Inmiddels gaat het wel weer goed met me. Maar de eerste dagen na het aankondigen van de nieuwe corona-maatregelen had ik behoorlijk wat stress. Ik kon me moeilijk concentreren, kon moeilijk over iets anders nadenken of praten, ik reageerde geïrriteerd en had slapeloze nachten. Niet zozeer bang om zelf ziek te worden, maar vooral om mijn rol als leidinggevende niet goed te vervullen.
Hoewel ik medewerkers adviseerde om corona-nieuws-vrij te nemen als ze daar te veel stress van krijgen, was ik zelf onderdeel van het corona-managementteam. De eerste dagen hadden we twee keer per dag (digitaal) overleg en stond de corona-appgroep roodgloeiend. Er was geen ontkomen aan! Daarnaast had ik een buitenlandse promovendus op bezoek. Ze zou drie maanden blijven, maar na twee weken adviseerde ik haar om zo snel mogelijk naar huis te gaan. Maar toen werd het luchtruim van haar thuisland al gesloten. Gelukkig ging er nog een laatste extra vlucht waarmee ze weg kon. Maar wat een stress hadden we allebei!
‘Waarom moet dat NU?!?!?!’ schreeuwde ik boos tegen m’n inbox als iemand me een mailtje stuurde met daarin een of ander vriendelijk verzoek. ‘Ik kan het er nu NIET bij hebben!’ Die mailtjes liet ik maar even onbeantwoord, want ik wist dat mijn ergernis in m’n antwoord door zou schemeren.
Inmiddels gaat het dus wel weer goed met me. Want zo zwaar is mijn leven helemaal niet. Ik kan de boodschappen makkelijk betalen, ook als alleen duurdere producten overblijven in de schappen. Ik heb geen zorgtaken, maak niet eens mijn eigen huis schoon. Mijn man zorgt ervoor dat ik voldoende pauzes neem en hoort mijn gezucht en gesteun aan zonder daarover te klagen. Ik heb familie, vrienden en collega’s die vragen hoe het gaat en gezellige berichtjes sturen. In wetenschappelijke termen heb ik door mijn sociale en financiële situatie een heel groot ‘herstelkapitaal’.
Hoe anders is dat voor de doelgroepen waar ik onderzoek naar doe. Ik heb het dan over mensen met een lagere sociaaleconomische positie. De tijdelijke corona-stress waar ik een paar dagen last van had, is niks vergeleken met de financiële stress die continu hun brein verlamt. In combinatie met een minder groot herstelkapitaal is het geen wonder dat gezonder gaan leven bij hen niet op nummer één staat. Ineens kan ik me heel levendig voorstellen wat ze zullen denken als wij ze als gezondheidswetenschappers benaderen voor een nieuwe interventie inclusief een paar vragenlijsten. ‘Waarom moet dat NU?!?!?! Ik kan het er nu NIET bij hebben!’
Blog door Gera Nagelhout
(deze blog verscheen ook op de website van Observant)