Vorige week startte een groot onderzoek van vier jaar waar ik de projectleider van ben. En vandaag vindt de derde bijeenkomst plaats van onze adviesgroep met mensen die van weinig geld moeten rondkomen. Natuurlijk vertel ik de adviesgroepleden waar ons onderzoek over gaat (effecten van de vermindering van tabaksverkooppunten) en vraag ik wat hun verwachtingen van de effecten van dit beleid zijn; en waar we dus rekening mee moeten houden in ons onderzoek.
De ideeën van de adviesgroep zijn erg nuttig. Ze verwachten weinig effect van een verbod op tabaksverkoop in supermarkten op volwassenen. Als tabak niet meer verkocht wordt in de supermarkt, dan ga je na het boodschappen doen gewoon naar een tabakszaak of een boekhandel. En als je daarvoor verder moeten reizen, ga je misschien zelfs wel ‘hamsteren’. Zeker als je een stressvol leven hebt, kan je het stoppen met roken er niet bij hebben, geven sommigen aan. Maar een effect op de jeugd verwachten ze wel. Ze verwachten (en hopen!) dat er minder jongeren gaan roken als tabak op steeds minder plekken te zien en te koop is. Over een effect op ex-rokers zijn de meningen verdeeld. Volgens de één maakt dit het volhouden van het stoppen veel makkelijker, volgens de ander gaat het vooral om de geur van tabak en niet om het zien van pakjes.
Gedurende de discussie krabbel ik een paar steekwoorden voor mezelf op een briefje. Thema’s die door de adviesgroepleden besproken worden in relatie tot mijn nieuwe onderzoek en waarvan ik nog niet bedacht had om ze mee te nemen in de vragenlijsten en interviews. Een adviesgroeplid reageert enthousiast als ze doorheeft dat ik de discussie van vanmiddag echt ga gebruiken om nieuwe elementen in mijn onderzoek mee te nemen. Ik bedank de adviesgroepleden en geef aan dat ik hier veel aan heb. ‘Nou ja, het is ook maar een mening,’ hoor ik iemand bescheiden reageren.
Aan de ene kant is dat natuurlijk waar. Eén discussie met een adviesgroep, waarbij slechts zeven leden vandaag aanwezig konden zijn, is geen vervanging van uitgebreid onderzoek. Maar het is niet zomaar een mening. Het zijn de verwachtingen, ervaringen en gedachten van mensen die bij heel veel studies volledig genegeerd worden. ‘Moeilijk bereikbare groepen’ worden ze dan genoemd, omdat je meer moet doen dan wat berichtjes verspreiden via internet om met hen in contact te komen. Daarnaast is de mening van een adviesgroep als deze een waardevolle aanvulling op ons als onderzoeksteam. Door onze verschillende leefwerelden en ervaringen vullen we elkaar aan en samen komen we op meer ideeën.
Ik hoop dat er steeds meer onderzoekers komen die in gesprek gaan met de mensen waar hun onderzoek over gaat, die niet de ‘moeilijk bereikbare groepen’ overslaan, en die zelf ervaren hoe dit hun onderzoek beter maakt.
Blog door Gera Nagelhout
(deze blog verscheen ook op adviesgroepmaastricht.wordpress.com)