Het contrast is altijd groot op dagen dat we samenkomen met onze burgeradviesgroep met mensen die van weinig geld moeten rondkomen. ’s Ochtends loop ik met een logeertas en m’n werktas uit het hotel waar ik een nachtje heb geslapen. De logeertas zou ik natuurlijk gratis in het hotel mogen laten voor de dag. En echt groot en zwaar is ‘ie ook niet, dus ik zou ‘m ook mee kunnen nemen, maar ik heb al wat last van mijn schouder en ik heb zin om lopend naar de universiteit te gaan. Ik besluit voor een kluisje op het station te gaan. Dat scheelt sjouwen overdag en dan heb ik meer kans dat ik aan het eind van de dag de trein haal omdat ik niet meer langs het hotel hoef. Kosten: €5, voor iets wat ik niet echt nodig heb. Dit geld uitgeven zou nooit opkomen bij de mensen uit onze burgeradviesgroep, bedenk ik me terwijl ik mijn pinpas pak.
Tijdens de adviesgroepbijeenkomst die middag bespreken we eerst het onderwerp vertrouwen. We beginnen met een rondje. Wat verstaat iedereen aan tafel onder vertrouwen? We zijn dit keer met zes burgeradviesgroepleden en zes onderzoekers aanwezig. De adviesgroepleden aan tafel vertellen dat vertrouwen moet groeien, dat het er niet automatisch is en dat het niet meer goed komt als vertrouwen beschaamd is. De onderzoekers daarentegen vertellen dat vertrouwen een overtuiging is dat een ander doet wat ‘ie heeft beloofd en dat ze snel geneigd zijn om andere mensen te vertrouwen. Ik besef me dat deze levensovertuiging een luxepositie is. Als je voor je bestaanszekerheid afhankelijk bent van mensen en instituten die keer op keer je vertrouwen beschamen, dan piep je wel anders.
We gaan nog wat dieper in op twee verschillende vertrouwensrelaties. Tussen jezelf en de gemeente en tussen jezelf en onderzoekers. We gebruiken grote vellen papier met een groen vlak voor positieve ervaringen, een rood vlak voor negatieve ervaringen en een vlak voor wat er anders moet. Weer een groot contrast. Bij het vel over de gemeente kunnen we vlug het rode vlak vullen met alle negatieve ervaringen van de aanwezige burgers die van weinig geld moeten rondkomen. En bij het het vel over de vertrouwensrelatie met onderzoekers worden alle post-its op het groene vlak geplakt.
Eén van de adviesgroepleden, die ook burgerwetenschapper is, waarschuwt plagend dat het natuurlijk geen goede onderzoeksmethode is om te vragen naar het vertrouwen met onderzoekers die er zelf bij zitten. Daar heeft hij een goed punt; en toch voelen we dat hun positieve verhalen oprecht zijn. In het vlak voor wat er anders moet, zit overlap tussen aanbevelingen voor de gemeente en voor onderzoekers. Betere communicatie, niet te pietluttig zijn met de regeltjes en maatwerk bieden, zijn belangrijke suggesties voor beide partijen.
Na de pauze gaan we door met het onderwerp kansenongelijkheid. We bespreken hoe dit abstracte begrip er in de dagelijkse realiteit uitziet. De adviesgroepleden hebben voorbeelden genoeg. Eén adviesgroeplid vertelt dat haar zorgverleners weten dat ze weinig geld heeft en dat ze daarom behandelingen vooruit moet betalen of helemaal niet krijgt, omdat zorgverleners bang zijn dat ze hun geld niet krijgen. Een ander adviesgroeplid haakt hierop in omdat zij onlangs in het dossier van haar zoon bij de huisartsenpraktijk prominent het label ‘achterstandswijk’ zag staan. Ze is bang dat haar zoon daardoor niet de zorg krijgt die hij nodig heeft en dat zij en haar zoon minder serieus genomen worden.
Adviesgroepleden noemen ook voorbeelden van kansenongelijkheid op het gebied van wonen, werken, onderwijs en zelfs de liefde. In veel van de voorbeelden die ze noemen, leidt kansenongelijkheid op een vlak als wonen of werken indirect tot kansenongelijkheid in gezondheid. En andersom komt het ook voor, waardoor er negatieve spiralen van steeds minder kansen ontstaan.
Na de adviesgroepbijeenkomst neem ik de bus naar het station. Ik haal snel mijn logeertas uit het dure kluisje dat ik eigenlijk niet nodig had en loop naar de trein. Doordat ik de luxepositie heb dat ik een kluisje kan betalen, heb ik nu minder last van m’n schouder en kon ik overdag lopend naar de universiteit, wat beide goed is voor mijn gezondheid. Normaal zou ik hier niet langer bij stil hebben gestaan, maar op dagen dat we afspreken met onze adviesgroep ben ik me bewuster van de contrasten tussen mijn leven en dat van hun. Ik besef me dat het dure en onnodige kluisje dat ik vandaag huurde een klein voorbeeld van kansenongelijkheid is. Maar dan in mijn voordeel.
Blog door Gera Nagelhout
(deze blog verscheen ook op adviesgroepmaastricht.wordpress.com)
