De tijd vliegt! We werken nu drie jaar samen met een burgeradviesgroep met mensen die van weinig geld moeten rondkomen. Afgelopen week hadden we alweer de 14e bijeenkomst in een buurthuis in Maastricht. Tijdens elke bijeenkomst bespreken we zo’n twee tot drie onderzoeken, waardoor de adviesgroepleden in totaal al bij zeker 30 onderzoeken geadviseerd hebben.
Nadat er in het eerste uur van onze vergadering twee collega-onderzoekers langs zijn geweest met vragen over het onderzoek dat zij doen, bespreken we na de pauze wat de adviesgroepleden eigenlijk van al die vragen vinden. Het gevoel overheerst bij de adviesgroep dat het fijn is dat er belangstelling is voor hun advies. “Wij hebben op heel veel verschillende onderwerpen ervaring en het is goed dat onderzoekers daar naar komen luisteren.”
Er vallen hen ook wel patronen op in de vragen die onderzoekers komen stellen. ‘Hoe bereiken we mensen met weinig geld voor ons onderzoek?’ is bijvoorbeeld zo’n vaak terugkerende vraag. De één vindt het zonde van de tijd om in de bijeenkomsten steeds over deze vraag te spreken. Het antwoord is namelijk steeds hetzelfde. Bijvoorbeeld: stap persoonlijk op mensen af, ga naar plekken waar mensen komen (buurthuizen, organisaties die zich inzetten voor mensen die in armoede leven, brooduitgiftes, de voedselbank, etc.) en maak het voor hen de moeite waard met een passende beloning. De ander denkt toch graag steeds mee bij deze vraag, omdat er voor een ander onderzoeksonderwerp of een subdoelgroep (bijvoorbeeld ouderen) toch net weer andere tips te bedenken zijn.
Een gevoeliger punt wat opvalt is dat onderzoekers soms aan lijken te nemen dat mensen die weinig geld hebben ook weinig kunnen begrijpen. Veel van de onderzoeksvragen van onderzoekers die advies vragen, gaan over het toegankelijker maken van gezondheidsinformatie. De adviesgroepleden adviseren graag over het wegnemen van financiële drempels, maar drempels op het gebied van digitale vaardigheden of het kunnen begrijpen van informatie ervaren zij veel minder. Een belangrijk punt om in de toekomst meer op te letten.
Nog een aandachtspunt is dat de adviesgroepleden zelf graag meedoen aan onderzoek. Omdat ze dat interessant vinden, maar ook om er extra geld mee te verdienen. In onze adviesgroep worden ze door onderzoekers wel gevraagd om mee te denken over onderzoek, maar doen ze niet mee als deelnemer in dat onderzoek. Soms worden ze zelfs om advies gevraagd over de oprichting van een andere burgeradviesgroep. Het lijkt ze heel leuk om daar zelf ook aan mee te doen, maar krijgen dan te horen dat dat niet de bedoeling is. Dat is vanuit onderzoekersperspectief logisch, want je wil niet steeds dezelfde tien mensen als deelnemers aan elk onderzoek of adviesgroep. Maar we moeten er wel rekening mee houden dat de boodschap dat ze niet mee mogen doen, hard aan kan komen.
Al met al zijn de adviesgroepleden toch heel blij dat ze regelmatig bezoek krijgen van onderzoekers die hun advies serieus mee willen nemen in hun onderzoek. Ook al zijn dit met enige regelmaat onderzoekers die (in hun ogen) de plank mis slaan. Je zou er moedeloos van kunnen worden, maar in onze adviesgroep overheerst dankbaarheid om hier iets aan te kunnen doen. Zoals één van de adviesgroepleden treffend verwoordde: “Deze onderzoekers mogen op kosten van de maatschappij onderzoek doen en dreigen een verkeerde afslag te nemen. Het is dan juist heel fijn dat ze hier langskomen en we kunnen helpen om dat te voorkomen.”
Blog door Gera Nagelhout
(deze blog verscheen ook op adviesgroepmaastricht.wordpress.com)