Ik loop ’s avonds laat over straat in Maastricht, vanaf het station naar mijn hotel. De volgende ochtend moet ik vroeg lesgeven en aangezien ik niet in de buurt woon, heb ik een overnachting geboekt. Een vrouw loopt op me af en vraagt of ik haar wat geld wil geven voor de nachtopvang. Ik heb geen muntgeld bij me, twijfel heel even en geef haar dan een tientje. Ze loopt met me mee richting mijn hotel en knoopt een gesprek aan. Ze wil weten wie ik ben, wat ik in Maastricht kom doen, wat voor werk ik doe en naar welke onderwerpen ik precies onderzoek doe. Ik kan slechts korte antwoorden geven, want ze vertelt ook graag over zichzelf.
Half in het Engels en half in het Nederlands vertelt ze over waar ze vandaan komt en een beetje van wat ze allemaal heeft meegemaakt. Maar vooral wil ze benadrukken dat het niet haar schuld is dat ze op straat leeft. Het is haar overkomen en als het je eenmaal is overkomen, is het heel moeilijk om er weer uit te komen. Ik knik. Af en toe raak ik de draad kwijt van wat ze zegt. Praat ze warrig of ben ik gewoon moe? Voor haar is het gesprek volkomen duidelijk. Ze concludeert met volledige stelligheid “jij begrijpt mij tenminste”. “Dat komt doordat jij onderzoek doet naar mensen zoals ik”. Ze biedt aan dat ze me wel een keertje komt helpen met m’n onderzoek. Maar nu moet ze er vandoor. Ze geeft me een hand, wenst me een fijne avond en loopt de andere kant op.
Terwijl ik verder loop naar mijn hotel, denk ik na over de snelle conclusie van deze vrouw. Begrijp ik dat het niet haar schuld is dat ze dakloos is omdat ik onderzoek heb gedaan naar armoede, multiproblematiek en dakloosheid? Of werkt het andersom? Ben ik onderzoek gaan naar deze thema’s omdat ik begrijp dat het niet de schuld is van mensen die in deze situaties terechtkomen? Ik denk het laatste.
Al van jongs af aan leerde ik van mijn ouders dat iedereen er toe doet en het verdient om geholpen te worden. Mijn moeder werkte in een sociaal pension voor mensen die van de straat kwamen met psychiatrische problematiek. Ze sprak thuis met liefde over de mensen die daar woonden en maakte een praatje als we één van hen op straat tegenkwamen. Ze nam ons soms mee naar het werk, bijvoorbeeld als er Sinterklaas gevierd werd. Hoewel wij natuurlijk kwamen voor Sinterklaas en de cadeautjes, kregen we er een gratis levensles bij. Mensen die op straat leven of psychiatrische problematiek hebben, zijn gewone mensen die buitengewone dingen hebben meegemaakt en waar je niet met een boog omheen hoeft te lopen.
Wat dat betreft voelde bij het IVO gaan werken als thuiskomen. Bij veel andere onderzoeksinstellingen tref je vooral onderzoekers die nooit spreken met mensen buiten hun eigen hoogopgeleide bubbel. IVO-onderzoekers draaien er echter hun hand niet voor om om onderzoek te doen naar en met mensen die dakloos zijn, verward gedrag vertonen, sekswerk doen, crimineel gedrag vertonen of een drugsverslaving hebben. “Hoe doen jullie dat? Hoe bereiken jullie deze groepen voor jullie onderzoek?” wordt vaak gevraagd. We schreven hier blogs over en maakten een factsheet over het bereiken en behouden van onderzoeksdeelnemers in een kwetsbare positie.
Maar hoe nuttig die tips ook zijn (bijvoorbeeld: gebruik een combinatie van wervingsmethoden, beloon mensen voor hun tijd en ga actief naar mensen toe), de ‘tips en trucs’ zijn niet het hele verhaal. Het gaat ook over wie jij als onderzoeker bent, waar je vandaan komt en wat je denkbeelden zijn over mensen die een ander leven hebben dan jij. Daarnaast speelt de cultuur en taal van je mede-onderzoekers een onbewuste rol. Hebben je collega’s het over ‘moeilijk bereikbare groepen’ en gooien ze de handdoek al in de ring bij de gedachte om deze mensen te betrekken bij hun onderzoek? Of benadrukken ze het belang van het serieus nemen van de ervaringskennis van mensen die veel hebben meegemaakt?
Mijn ontmoeting met de dakloze vrouw in Maastricht ‘bewijst’ het nog maar eens. Dit is geen moeilijk bereikbaar persoon, maar iemand die een luisterend oor nodig heeft van iemand die haar serieus neemt. Zonder dat ik er naar vroeg of op uit was, bood ze aan om me te helpen bij m’n onderzoek. Zo makkelijk kan het dus zijn.
Blog door Gera Nagelhout
(deze blog verscheen ook in een magazine van onderzoeksinstituut IVO)